VERSLAG DOOR I.A. CATSMAN
VAN VERZET IN BROUWERSHAVEN
INLEIDING
Verrassingen houden nooit op. Ik had contact met Izak van Langevelde, een kleinzoon van I.A.Catsman. Deze was in de oorlog het hoofd van de christelijke lagere school in Brouwershaven. Hij woonde naast de familie Verhoeff en was bovendien bevriend met Hendrik Verhoeff, de vader van Jan Andreas Verhoeff. Ik meen zelfs dat ze tegelijkertijd raadslid waren voor de ARP in Brouwershaven.
Izak had me verteld dat er een stuk van z'n opa berustte bij het NIOD. Op 4 december 2024 schreef hij me naar het NIOD geweest te zijn en dat hij een kopie had gemaakt van het stuk van zijn grootvader. Dat volgt hierna in tekst en aan het slot het geschreven origineel.
Verslag van verzet in Brouwershaven door I.A.Catsman,
Hoofd van de Christelijke Lagere School te Brouwershaven.
Berust bij NIOD. "249-1187 Dossier - Verzet - Brouwershaven "
Brouwershaven
17 Mei 1940 had de bezetting van Brouwershaven door de Duitsers plaats. Gevolg hiervan was de gevangenname van de alhier werkende luchtwacht, bestaande uit inwoners dezer plaats. De eerste krijgsgevangene was J.A. Verhoeff, die een opdracht uitvoerde. Toen reeds kenmerkte deze zich door zijn vastberadenheid. Hij weigerde de vijand inlichtingen te verschaffen. De illegale geest zat er al spoedig bij sommigen in.
Door de heren W.J. Boot en H. Verhoeff werden reeds in de zomer van 1940 bescheiden opdrachten uitgevoerd. In stilte werd er gewerkt en vooral de vaderlandse geest levendig gehouden. Naar de radio werd steeds geluisterd, hoewel dit onder allerlei bedreigingen streng verboden werd.
Later kwam de ondergrondse pers, welke steeds door de familie Verhoeff verspreid werd. Ook verzamelde deze familie gelden voor de ondersteuning van ondergedokenen en getroffenen. Ook werd op bescheiden schaal spionnage-dienst verricht. Later, nadat J.A. Verhoeff op lage wijze aan de Gestapo verraden was en hij een gevangenisstraf van 5 maanden in Duitsland had doorgemaakt, ontwaakte de drang naar verzet des te meer.
Het was bekend dat Brouwerhaven af en toe bezocht werd door een persoon die de zaak des Vaderlands diende. Kennen deden we hem niet, totdat op zekere dag Mej. P.J. Verhoeff meende iemand gezien te hebben, met wie we gaarne in contact zouden komen. Intussen was in de kring opgenomen marechaussee C. Wisse. Onderling werd besproken hoe het mogelijk zou wezen om iets meer van deze bewuste persoon te weten te komen. Wisse ging er op uit en door een sluwe zet kwam het contact tot stand.
We hadden elkaar gevonden en de kennismaking leidde tot samenwerking met deze persoon Piet(de Kam)(officier bij de gewestelijke O.D. GS). De Duitsers werden in hun doen en laten bespied door de kleine kring en de gegevens aan Piet doorgegeven.
Van bevriende zijde, Marcus Pieter van der Klooster kregen de illegale werkers een stafkaart van het eiland Schouwen/Duiveland. Hiermede ging J.A. Verhoeff op stap, na overleg met zijn vader H. Verhoeff, welke hem een paar vertrouwde personen aanwees, die misschien inlichtingen konden verschaffen. Hij vond in de heer van Waveren van Haamstede een bemiddelaar. Deze stelde hem voor aan een uitvoerder van verdedigingswerken in het westen van Schouwen. Alle verdedigingswerken zoals bunkers, de soorten bunkers enzovoorts werden op de stafkaart aangegeven met bijvoeging van een beschrijving. Thuis gekomen werd alles overgekalkeerd en vervolgens aan bovenstaande Piet bezorgd.
Voorts werden steeds opdrachten van Piet omtrent de spionage uitgevoerd en werd doorgedrongen op verboden terreinen. Een praatje met een vrouw onder Renesse, waar vaak Duitsers kwamen, bracht aan het licht, dat zij meer afwist van mijnenvelden enzovoorts. Deze vrouw werd om de tuin geleid en gaf onwetend goede inlichtingen over deze gevaarlijke terreinen. Intussen kreeg de Brouwenshavense groep contact met de districtscommandant der OD en gingen de inlichtingen voortaan via deze door naar Piet, welke weer zorgde, dat alles op de juiste plaats kwam.
In de zomer van 1943 dook J.A. Verhoeff voor de eerste maal onder, hij veranderde van vak, omdat hij naar Duitsland zou moeten. Hij wist daardoor aan de greep te ontkomen, hij werd in plaats van schilder, garnalenvisser en vertrok met een vissersvaartuig naar de scheepswerf te Alphen aan den Rijn. Al spoedig maakte hij daar kennis met een Nederlandse officier, welke hem steeds gastvrij ontving en veel met hem sprak.
In de nazomer keerde hij terug, ging vissen en fungeerde als motordrijver. Het was een eigenaardige combinatie op dat schip: een binnenschipper was kapitein, een winkelbediende knecht en kok, een schilder motordrijver, maar allen bleven voorlopig buiten schot. Later in het voorjaar 1944 werd J.A. Verhoeff door de Burgemeester aangeschreven dat hij voor de OT (Duitsers GS) moest gaan werken. De marechaussee Wisse wist door zijn functie dat V op de lijst stond. Hij waarschuwde de vader van J.A. Verhoeff en het besluit was spoedig genomen "nooit voor de moffen werken".
Direct de koffers gepakt en naar Utrecht waar hij een goed tehuis vond bij J. Verhoeff. Daar ontstond een nadere kennismaking met vele ondergrondse werkers en opname in de kring was spoedig voor elkaar. Maar altijd trok het ouderlijk huis, Zeeland en de geboortestad Brouwershaven, niets kon hem ten slotte tegenhouden, hij wilde thuis zijn verjaardag vieren en onverwachts verscheen hij weer in Brouwershaven.
Kort daarop zou hij opgenomen worden in de KP te Rotterdam, maar zijn vader heeft hem dat afgeraden, daar hij niet bruut genoeg voor, hij zou moeilijk met geweld kunnen optreden, dat streed tegen zijn gevoel. Hij bleef daarom in Brouwershaven en hernieuwde het contact met Piet en de districtscommandant OD. In september 1944 werd de activiteit groter, er was geregeld contact met de geallieerden. Piet was niet te verzadigen, hij wou alles weten en de geheime zender deed druk dienst. Na de beschieting van de loskraan te Brouwershaven, ging J.A. Verhoeff op verzoek van zijn vader, welke inmiddels plaatselijke commandant der OD was geworden, op stap en deelde het resultaat der beschieting mede, hetwelk doorgegeven werd met de mededeling dat verdere beschieting van de haven voorlopig overbodig was. Zodra er iets belangrijks was zou dit direct worden medegedeeld. Van deze mededeling werd door de geallieerden kennis genomen en de haven en de bewoners werden ontzien, totdat er weer wat te fikken was namelijk de motorboot met communicatie, doch de bommen misten helaas.
Op zekere dag kwam de lang begeerde opdracht een zender op Walcheren te halen. De omstandigheden waren echter zeer moeilijk. Het verkeer was hopeloos in de war en op Walcheren was het standrecht afgekondigd. Jan van Schouwen (J.A. Verhoeff) ging echter over Colijnsplaat naar Zuid-Beveland. Hij zocht hier het verbroken contact met Piet weer op, waarin hij na drie dagen slaagde. Toen naar Walcheren. Onder een hevig bombardement van Ritthem en andere delen van Walcheren werd het bewuste adres bereikt. Daarbij werd gebruik gemaakt van een Goese politieagent, die als camouflage diende.
De zender werd verkregen en toen begon de terugtocht per motorfiets naar Goes. Op de Sloedam begon echter de pech, de daar staande wacht dwong tot stoppen. Een list werd verzonnen, maar het baatte niet. Ze moesten aan de kant van de weg en uitpakken. Doch het geluk diende een terugtrekkende colonne Duitsers moest eerst gecontroleerd worden en van de gelegenheid werd gebruik gemaakt. De motor kreeg vol gas en bliksemsnel ging het naar Walcheren terug.
Een hevige beschieting volgde met mitrailleur-vuur. Het regende kogels, motorfietsen raasden hen na. Ze vluchtten in het korenveld en wisten te ontsnappen. De zender werd in een droge sloot gezet, daarna nachtlogies gezocht en op een boerderij gevonden. De geheime zenders stonden geregeld met elkaar in verbinding en we vreesden in Brouwershaven voor de twee. Zondagmorgen ging de politieman alleen op stap en slaagde er in Goes te bereiken. Maar Jan van Schouwen bleef zoek.
Deze zocht inmiddels op Walcheren weer contact en verzon de list om als Rode Kruisman te ontsnappen. Een dokter hielp hem en gebruik werd gemaakt van een brandweerman in lederen pak met helm op, als camouflage. En jawel de list gelukte, de wacht werd misleid en Jan ontsnapte. Zo kwam hij in Zierikzee. De grenspolitie hield hem hier aan en Jan moest een nieuwe leugen verzinnen. Hij vertelde naar een oogarts in Middelburg te zijn geweest om een nieuwe bril En ook die lukte. Na een half uur vast gezeten te hebben werd hij losgelaten. Zo kwam Jan na een afwezigheid van negen dagen behouden te Brouwershaven aan.
Toen volgde de bevrijding van Walcheren, Zuid-Beveland, Noord-Beveland. Het contact was verbroken en de zender was verloren. Maar er kwam uitkomst een vierde man werd in de kring opgenomen namelijk J. Kloet. De kring bestond dus uit vier personen: C. Wisse, J.A. Verhoeff, H. Verhoeff en J. Kloet. Met J. Kloet erbij ging het nu langs nieuwe banen. Het hoogspanningsnet werd als telefoonlijn gebruikt. Nu werd gewerkt 's morgensvroeg, op de dag en 's avonds laat. De kern op Schouwen/Duiveland werd gevormd door de districtscommandant ing. Swaters, de plaatselijke commandant te Zierikzee, dhr Minkema en enkele andere personen.
De straks genoemde vier hadden Brouwershaven voor hun rekening. Alles wat van belang was, werd drie a vier maal daags doorgegeven zodat al het gebeuren op Schouwen, ook voornamelijk het verkeer op Flakkee, bij de geallieerden bekend was.
Toen kwamen de donkere decemberdagen. Al vroeg werd bekend, dat honderden jongemannen naar Duitsland zouden gevoerd worden. Het werd het opperbevel der geallieerden medegedeeld en gevraagd werd om bezetting van Schouwen/Duiveland. Maar dat lag niet in het plan. Prins Bernard werd van alles op de hoogte gesteld want naar de mening van de kring moesten de jongens geholpen worden. De prins beval daarop, dat de intieme werkers gehaald moesten worden en uit de Duitse greep gehouden. Van Brouwershaven zouden gehaald worden C. Wisse, J.A. Verhoeff en M.P. van der Klooster. Er bleven dan nog twee werkzame OD-namen: H. Verhoeff en J. Kloet.
De ontsnapping vanaf de Zuidkust van Schouwen naar Noord-Beveland is echter jammerlijk mislukt. Toen de straks genoemden met nog enkele anderen aan de dijk zaten te wachten op de boot, zijn ze door de Duitsers overvallen en gevangen genomen. Dit alles gebeurde in de avond van zeven december. C. Wisse en zijn vrouw wisten wonderlijk te ontsnappen. Ze zijn eerst gevoerd naar Zierikzee, later over Brouwershaven naar Middelharnis. Hier werden zij veroordeeld tot de strop.
Negen december zijn ze teruggevoerd naar Haamstede en op Zondag 10 december 1945 (moet zijn 1944 GS) in de Slotlaan van het slot Moermond te Renesse opgehangen. Hun stoffelijk overschot rust op het kerkhof te Renesse in een gemeenschappelijk graf.
De namen der tien helden zijn:
J.A. Verhoeff en M.P.M. van der Klooster van Brouwershaven.
J.P. Jonker en L.M. Jonker van Haamstede.
W.M. Boot, Joh. Oudkerk en M. Padmos van Renesse.
I.A. vd Bijl van Zonnemaire.
M.K. vd Beek van Zierikzee.
Terwijl de volgende dag op dezelfde wijze het ontzielde lichaam van C. Lazonder, gemeentesecretaris van Renesse naast dat van de anderen werd gehangen. (Lazonder was bij de gevangenneming zo ernstig gewond, dat hij kort daarop overleed, maar zelfs aan een dode moesten de D. hun haat nog koelen.)
Uit alle nog bewoonde plaatsen van Schouwen moesten na de terechtstelling vijf burgers als getuigen de terechtgestelden komen zien. Kenschetsend voor de mentaliteit der Duitsers is dat onder de 5 van Brouwershaven was: H. Verhoeff, vader van de gehangen J.A. Verhoeff. Een vader moest aanschouwen hoe zijn enige zoon opgehangen was. Het woord beestachtig is hier nog te goed voor.
Zo eindigde de held van Brouwershaven zijn leven in dienst van Koningin en Vaderland. Geboren 25 juni 1911 te Brouwershaven stierf hij 10 december 1945 (moet zijn 1944 GS) in de Slotlaan van Moermond te Renesse.
En hoe ging het verder in Brouwershaven? Al spoedig gingen C. Wisse en J. Kloet naar Duitsland en bleef H. Verhoeff alleen over als werkend OD-er. Wel bleef contact bestaan voorlopig met de districtscommandant te Zierikzee. Doch ook deze werd gedwongen het eiland te verlaten en bleef alleen de pl.commandant te Zierikzee over. Na enkele weken komt echter C. Wisse uit Duitsland terug en gaan H. Verhoeff en C. Wisse ongebroken, trots alle tegenslag en verdriet, voort. De kring was klein, maar de gevallen zoon en vriend zou niet gewild hebben, dat men bij de pakken bleef neerzitten. Het Vaderland riep en daarom gingen zij onversaagd voort tot de grote dag der bevrijding. Toen konden ze naar voren komen en was het geen geheim meer, wie de ondergrondse werkers geweest waren in de vreselijke bezettingsjaren.
Het hoofd der Bijz. Lag. School te Brouwershaven
I.A. Catsman
Het originele stuk zoals het berust bij het NIOD
Het verslag van I.A.Catsman uit Brouwershaven.
UITLEIDING
Wat voor nieuwe elementen bevat dit verslag? Allereerst is het helemaal toegespitst op Brouwershaven en op Jan Andreas Verhoeff. Dat de verzetsgroep uit vier mannen bestond Christiaan Wisse, Hendrik Verhoeff, Jan Andreas Verhoeff en J. Kloet, is nieuw voor me. Ik kende J.Kloet wel: hij gaf als ambtenaar bij de PZEM de spionageberichten van Jan door aan zijn chef Hindrik Minkema. Die had een geheime telefoonverbinding met de geallieerden.
Wat helemaal nieuw voor me is het verslag van het transport van de geheime zender. Ik wist dat ze op de vlucht sloegen op de motor van de marechaussee uit Goes onder hevig geweervuur. Maar dat ze in een korenveld zich verscholen toen ze achterna gezeten werden door Duitsers op motoren, wist ik niet. Een boeiend detail.
Een heel interessant verslag van I.A. Catsman. Met dank aan Izak van Langevelde, zijn kleinzoon, die het stuk kopieerde en mij toestuurde.